De Groene antwoorden op Debattle
03 Oktober 2024

De antwoorden die we voorbereid hadden op alle tien de vragen
Op 28/9 vond ‘Debattle’ plaats: een politiek debat met alle Ranstse partijen, op initiatief van de Jeugddienst en uiteraard kaderend in de nakende lokale verkiezingen.
Twee kandidaten per partij (voor Groen: onze twee lijsttrekkers Luc Redig en Annelies Creten) kregen tien stellingen voorgelegd en konden hun visie daarover geven en vervolgens met een van de tegenpartijen er heel kort over in debat gaan.
Door de gekozen werkwijze kon men echter maar in een beperkt aantal van die debatjes meedoen, wat wel wat jammer is…
Maar u kunt het hele gebeuren HIER op youtube bekijken, en/of hieronder de samenvatting lezen van de antwoorden die we bij Groen Ranst voorbereid hadden op álle stellingen.
Debattle 28/9/2024 :
Groen Ranst antwoorden
op tien stellingen
Stelling 1
Er moet in elke deelgemeente geïnvesteerd worden in groene buitenruimte en infrastructuur voor ontmoeten, sport en recreatie voor jongeren.
Akkoord.
Niet alleen voor jongeren, ook voor alle andere doelgroepen.
Laat jongeren jong zijn en laten we vooral stoppen met jongeren als overlast te zien. Ze maken deel uit van onze gezinnen, onze dorpen, onze samenleving. Het zijn jonge mensen die zich volop aan het ontwikkelen zijn en uitzoeken 'wie ben ik', 'wat vind ik leuk', 'wie vind ik leuk' 'en waarom wel of niet',… En dat kan alleen maar door ruimte te krijgen om dit te doen. Ruimte om te experimenteren, te ontmoeten, te zijn… Die ruimte moeten we hen in onze dorpen geven.
Hoe die ruimte of infrastructuur er moet uitzien? Dat is samen te bepalen.
Zo kan je de publieke ruimte inrichten met focus op jongeren (en ook voor ouderen kan dat uiteraard). Dat kunnen we doen aan de hand van een specifieke doelgroep-bevraging; we bekijken wat daar uit komt, wat haalbaar is.
Zo maar iets plaatsen of inrichten zonder vraag of draagvlak: dat werkt niet.
Moet dat in alle dorpen ‘t zelfde zijn? Neen. Tieners en jongeren zullen af en toe op hun fiets moeten springen.
De jeugdhuizen kunnen een belangrijke en fijne rol spelen. Dit is een oproep aan alle jongeren: spring er eens binnen, doe eens een praatje, sluit je aan. Ze gaan blij zijn met nieuw bloed. In Broechem (Krejoel) bijvoorbeeld is er onder impuls van onze schepen van Jeugd via de jeugddienst een nieuw bestuur aangetreden, met nieuwe energie - ze willen echt dingen doen, samen werken, ze staan open voor ideeën. Dat geldt ook voor Basta in Oelegem uiteraard!
Formuleer jullie noden, voorstellen, werk iets uit, bevraag elkaar. Praat met de jeugddienst of doe voorstellen op de jeugdraad – we gaan er graag samen mee aan de slag.
Sluit je aan bij de dorpsteams van Veerkrachtige Dorpen: daar kan je samen met dorpsgenoten zelf positieve projecten uitwerken. Vb: Ranst toont Talent; aanpakken van de dorpspleinen… Het is belangrijk dat je jouw jongeren-stem rechtstreeks kan laten horen in die groep. Volwassenen denken soms anders over de wensen/noden van jongeren dan zijzelf. In de dorpsteams kan je je ideeën zelf formuleren.
Polyvalente ruimten zoals in de Loods in Ranst en de Allierse kapel in Emblem zijn ook een plek voor ontmoeting en recreatie. Groen wil in elk dorp zo een plek.
Dan zijn er ook nog de Moervelden: sinds deze legislatuur kan je op dat domein elkaar nog meer ontmoeten dankzij twee nieuwe initiatieven: de zomerbar en de hondenlosloopzone.
Met Groen in het volgend bestuur zetten we de opwaardering van onze openbare ruimten voort: in samenspraak met alle doelgroepen – zeker die van de jongeren.
Ontmoeten kan ook op andere manieren in de publieke ruimte: we voorzien meer zitbanken in alle dorpen (ook belangrijk voor ouderen), op de speel- en ontmoetingsplekken, aan de jeugdhuizen, aan vele verenigingen, de fitnessbank aan sporthal, skatepark en multisportveld, basketbalveldjes en voetbalpleintjes, rondreizende panna…
Ontmoeten gebeurt in workshops zoals 'song-writing', op de gezelschapspellennamiddag, sportdagen en -kampen voor jongeren, kinderen en kleuters, er zijn sinds deze legislatuur activiteiten bij de Dag van de Jeugdbeweging, de podium- en beeldacademie heeft een aanbod voor kinderen en jongeren, er zijn de beachvolleybalvelden en binnenkort ook nog een Geochache op het water – allemaal heel plezant om samen met je vrienden te doen.
Stelling 2
Onze gemeente moet initiatieven nemen om verbinding en ontmoeting te stimuleren.
Akkoord.
Dat hebben we volop gedaan, doen we en zullen we blijven doen.
Als gemeente kan je initiatief nemen via subsidiereglementen en via activiteiten.
- Subsidiereglementen:
Voorbeelden tijdens afgelopen legislatuur:
Plezante buurten om straat - of wijkactiviteiten te stimuleren.
Verenigingen die activiteiten voorzien die de drempelverlagend zijn voor kansengroepen krijgen extra subsidiepunten
Toekomst: Dat willen we voortzetten en uitbreiden waar t kan.
- Activiteiten:
De dorpsteams van Veerkrachtige Dorpen - zie vorige vraag
Nieuwe loods aan de gemeenteschool in Ranst + Allierse kapel - zie vorige vraag
. Deze Debattle - met receptie en fuif nadien in Krejoel is eigenlijk ook een voorbeeld!
. De oude gemeentelijke nieuwjaarsreceptie voor inwoners hebben we nu als “lenteborrel” bewust opengetrokken met een programma dat ook jonge gezinnen met kinderen en jongeren iets zegt – we zien dat dat werkt: dat is óók ontmoeting!
. Viering van de Sportsterren + Gala der culturele prijzen maakten we dynamischer, met meer animatie: een plezant en verbindend avondprogramma met veel ontmoetingen
. Vlaanderen feest
. We organiseerden tal van activiteiten voor kleuters, kinderen, tieners en jongeren: aanbod van alle verenigingen (al dan niet met ondersteuning van de gemeente) - speel en -ontmoetingsplekken met lummel/hangbanken, fitnessbank aan de sporthal, rondreizende Panna - workshops zoals 'song-writing', gezelschapspellennamiddag, sportdagen en -kampen, podium- en beeldacademie, beachvolleybalvelden en binnenkort ook nog een Geochache - water - heel plezant om samen te doen. ..
Er zijn activiteiten bij de Dag van de Jeugdbeweging zoals een gratis comedy-avond met Kamal Kharbach, een fuif,..
Stelling 3.
Duurzame mobiliteit in onze gemeente moet verbeteren door de aanleg van veilige fietspaden, het uitbreiden van het openbaar vervoer en het voorzien van deelauto’s.
Tijdens deze legislatuur werd maar liefst 7,3 km fietspad aangelegd of heraangelegd. (Vorig bestuur: 1km). In de pipeline zit bovendien reeds 7,6 km, ook dat is dus beslist beleid. Dat betekent samen: 15 km.
Ook op gewestwegen werd er 1 km gerealiseerd (Kromstraat) en staat er nog veel te gebeuren: 5 km.
De plannen voor de verlenging fietspad SAFI-spoor deel Noord en Oost zitten in een vergevorderde fase.
Openbaar vervoer: dat is geen gemeentelijke bevoegdheid, maar we hebben zeer intens overleg met De Lijn en we zijn als gemeente afhankelijk hoe hun werking zal evolueren: zal de nieuwe Vlaamse regering meer geld voorzien of verder besparen? We blijven streven naar een betere verbinding tussen Oelegem en Broechem.
Deelauto’s: dat is een moeilijk dossier. Lokaal is het heel moeilijk te organiseren. Naar analogie met de keuze voor welke deelfietsen er mogen komen, zal de Vervoersregio dus het initiatief nemen om één of meerdere aanbieders te zoeken. Planning: volgend jaar bestek, realisatie normaal 2026.
In onze omgevingsvergunningen in Ranst kijken wij er wel op toe dat er nu reeds plaatsen voor deelauto’s worden voorzien.
Stelling 4
Onze gemeente moet meer investeren in kwalitatieve infrastructuur voor alle jeugdverenigingen.
We moeten we zeker meer investeren in infrastructuur - maar met respect voor de noden van iedereen. We zullen niet alles voor iedereen kunnen doen en keuzes moeten maken.
We hebben onlangs een grote investering goedgekeurd voor de twee jeugdverenigingen in Broechem. Een dossier dat al een paar legislaturen aansleept. Wij hebben dat nu eindelijk in gang kunnen zetten, met duidelijk afgesproken bedragen en engagementen. Naast de gemeentelijke investering zal altijd een eigen inbreng vereist zijn. Financieel, maar eventueel ook door zelf mee te bouwen waar mogelijk. Een vereniging moet fier zijn op haar eigen lokalen. Het gevoel hier zelf de handen voor uit de mouwen gestoken te hebben creëert automatisch mee dat eigenaarschap en verantwoordelijkheid.
Naast financiële is er ook een andere gemeentelijke “investering”: het verlenen van advies en administratieve ondersteuning. Een voorbeeld? Op verzoek van de gemeente heeft Kamp C elk jeugdlokaal onder de loep genomen en formuleerde per gebouw een duurzaamheidadvies. Op basis hiervan kan een stappenplan ter renovatie/vernieuwing per lokaal opgemaakt worden
Het rapport van Kamp c is een goed instrument om per gebouw een groter plan te schrijven. Groen is namelijk voorstander van een totaalvisie voor jeugdinfrastructuur: samen een globaal plan opstellen. Samen een visie/leidraad opmaken rond de financiën, het gebruik van de ruimtes (aanpasbaarheid van lokalen ifv noden), het onderhoud en het beheer, …
Stelling 5.
Veilige dorpskernen en veilige verbindingswegen zijn de verantwoordelijkheid van de gemeente.
Dat is waar de Ranstenaar van wakker ligt en naar vraagt. Deels akkoord.
- Het inrichten van veilige straten en pleinen in onze gemeente is onze verantwoordelijkheid. We denken dat we dit goed gedaan hebben: cfr. de Zones 30, de tonnagebeperkingen, inrichting van fietsstraten, schoolstraten, enkelrichting enz.
Belangrijk vinden wij daarbij telkens: eerst studeren, dan inspraak en dan plannen en uitvoeren. Zo deden we het. Niet makkelijk, maar na overleg volgt realisatie.
- Sommige verbindingswegen zijn echter niet onze bevoegdheid en op die gewestwegen is het niet altijd makkelijk. Nog te vaak zijn ze onveilig, zeker voor fietsers en voetgangers. Wij oefenen alle mogelijke druk uit, maar het gaat traag.
Stelling 6
Het is de taak van de gemeente dat kinderen en jongeren gemakkelijk toegang vinden tot gepaste hulpverlening.
Een heel brede vraag! Aan wachtlijsten kunnen we als gemeente niets doen natuurlijk. Wat we wel kunnen doen is aanknopingspunten bieden.
Een voorbeeld geven van hoe het nu gebeurt: Stel, je bevindt je als jongere in een moeilijke thuissituatie waardoor studeren niet lukt. Dan kan je terecht bij het OCMW (nu: “Sociaal Huis”). Dat biedt financiële ondersteuning, niet in een vrijblijvend traject, wel worden afspraken gemaakt en word je als jongere opgevolgd enz…. Zo wordt studeren wél mogelijk.
Het Sociaal Huis heeft ook een psycholoog, beschikbaar voor iedereen, ook voor jongeren.
Ook kan de gemeente de eerstelijnsdiensten goed kenbaar maken: zorgverlening waar je zelf zonder verwijzing naartoe kunt zoals huisartsen, ziekenhuizen, OCMW, CLB, CAW/JAC (in Lier). Dat moet nog beter gecommuniceerd worden. Bij corona schonk de gemeente een jongerenpakket met extra aandacht voor mentaal welzijn met een pakketje relevante contactgegevens.
Het Huis Van het Kind is een contactpunt voor kinderen, jongeren en gezinnen. Hier kan je anoniem, vrijblijvend en gratis terecht met je vragen. Indien nodig zal men je doorverwijzen.
Groen is voorstander om het activiteitenaanbod van het Huis uit te breiden en het netwerk een actievere rol toe te kennen, en dat zal ook bijdragen aan de bekendheid
Op de jeugdraad komen thema's die jongeren aanbrengen aan bod. Zo kwam er o.a een workshop voor de leidingsploegen over hoe omgaan met ASS/ADHD, en met moeilijke ouders.
Groen wenst ook een antennepunt van het Overkophuis in onze gemeente en meer regionale samenwerking op vlak van jongerenwelzijn. Het Overkophuis is een veilige plek waar je je kan amuseren, rondhangen en vrienden kan ontmoeten en een luisterend oor vindt als je over gelijk welk probleem wil babbelen
Stelling 7
Alle kinderen en jongeren moeten kunnen deelnemen aan het vrijetijdsaanbod.
Zeker. Dat is het ultieme doel. En als we 'alle' kinderen zeggen, bedoelen we ook kinderen en jongeren die het moeilijk hebben.
Ons bestuur heeft een Pleegzorgtarief en sociale tarieven ingevoerd voor o.a. de Buitenschoolse Kinder Opvang, de sportacademie, de speelpleinwerking.
Voor de speelpleinwerking zijn bovendien voor alle leeftijdsgroepen de bijdragen voor krokus- en herfstvakantie goedkoper gemaakt. Dat willen we in de toekomst behouden en nog uitbreiden waar het kan.
Als verenigingen voor activiteiten de drempel verlagen voor kansengroepen, dan krijgen ze extra subsidiepunten.
Sinds deze legislatuur is er het Netwerk Vrijetijds Participatie. Dit is een samenwerking tussen gemeentelijke diensten Vrije Tijd, Zorg & Welzijn, Werelddelen en ervaringsdeskundigen.
• Doel: ook mensen in armoede en kansengroepen laten deelnemen aan culturele, sport- of jeugdactiviteiten (ook volwassenen)
• Het Netwerk wil financiële, sociale en culturele drempels wegwerken i.s.m. de verenigingen
• Vrijetijdsforum: doet aan sensibiliseren, informeren, rond bv. tweedehandskledij-kortingen op kampen, carpoolregelingen, vast aanspreekpunt voor de doelgroep
• Netwerk doet zelf acties (bv. “kijk ik fiets”) + via verenigingen aanzetten hier bewust beleid rond te voeren
• Voor het “forum” wordt elke vereniging 1 x per jaar uitgenodigd. Er worden dan ideeën en ervaringen uitgewisseld hoe kleine ingrepen toch een groot verschil maken om het vrijetijdsaanbod voor iedereen toegankelijk te maken.
• Ook aandacht om G-activiteiten (gehandicapten) bij verenigingen aan te moedigen
• Gemeentelijke activiteiten zijn meestal ook gratis (of aan sterk verminderd tarief voor wie daar recht op heeft).
• Sportdienst: verschillende weerkerende activiteiten, Sportacademie - beweeg-mee dag - sportbeurs, buitenspeeldag, gratis kindernamiddag) Vl feest, bib- activiteiten, vertellingen,..
Groen wil dat alles verder zetten en uitbreiden waar het kan.
Stelling 8
Om voldoende bestand te zijn tegen hitte en zware regenval is het noodzakelijk om ook in de dorpskernen voldoende open ruimte te behouden
Akkoord. Maar dan moet je onderscheid maken tussen wat privé eigendom is en wat openbaar. De open ruimte die we zélf hebben, moeten we sowieso behouden, maar ze wel anders en beter inrichten om de klimaatgevolgen op te vangen. Dat doen we met bloemenweides, bomen en bos aanplanten, groene speelplekken enz.
Maar er is meer: je kan als gemeente ook méér open ruimte creëren; we hebben zo een flink aantal plekken onthard en groen ingericht (bv. pleintje naast de bib van Ranst, aan de sauna in Broechem…). Datzelfde moeten we in de toekomst voortzetten op onze wegen: minder beton, meer groen én zo ook de verkeersveiligheid bevorderen.
Privégronden: daarvoor hebben we onze bouwrichtlijnen goedgekeurd. We willen hiermee aan kwaliteitsvolle kernverdichting doen. Dat wil zeggen dat je op jouw bouwgrond niet zomaar alles mag bouwen. We streven naar minimale inname van grond en maximale open ruimte. In diezelfde geest zeggen de bouwrichtlijnen ook: geen verharde voortuinen, verplicht groendak (ondertussen meer dan 2 ha meer opvang van water). En bij nieuwe projecten: minimum privétuin, maximum open ruimte en groen en zelfs publiek toegankelijke ruimte.
Stelling 9.
Het is de verantwoordelijkheid van de gemeente om ervoor te zorgen dat dorpen hun landelijk karakter behouden.
Akkoord, in zover je daartoe als gemeente de mogelijkheid hebt. In 2022 heeft de gemeenteraad de nieuwe visie op bouwen en wonen goedgekeurd. Elke Ranstenaar kreeg die in de bus. Daarin staat bv. dat er geen woonuitbreidingsgebieden mogen worden aangesneden. Die zijn vooral gelegen tussen de dorpen.
(één uitzondering: het woonuitbreidingsgebied aan de Weidestraat, voor sociale huisvesting en maximale groene invulling – zie vraag 10: betaalbaar wonen).
We zijn er zelfs in geslaagd twee woonuitbreidingsgebieden (in Millegem en Broechem) om te zetten in bosgebied of landschapspark.
Als er nog moet worden gebouwd, dan zal dat alleen op bouwgronden gebeuren en onder strikte voorwaarden: max. 15 woningen/ha in buitengebied, max. 25 woningen per ha in de dorpskern. Enkel appartementen in zgn. kernverdichtingszones (strikt afgelijnde zones, enkel in de dorpscentra). Max. 2 bouwlagen. Geen enkele gemeente in Vlaanderen hanteert zulke beperkingen.
In sommige gevallen echter keurde de provincie, na beroep, de projecten toch goed, maar die waren op één hand te tellen.
Op die manier hebben we de laatste jaren ons landelijk karakter zeker beschermd.
Stelling 10.
Het is noodzakelijk maatregelen te nemen om wonen in Ranst betaalbaar te houden.
Akkoord, maar ook daar zijn onze mogelijkheden beperkt. Je moet weten, of je dit nu goed vindt of niet, dat de woningmarkt vrij is en dat wij geen invloed hebben op de evolutie van de prijzen. Wij hebben ook als gemeente zelf geen bouwgronden in eigendom en het opleggen van maximumprijzen aan ontwikkelaars is onmogelijk. Ook verplichten sociale woningen te voorzien in projecten kan niet.
Door gebrek aan interesse van het vorig beleid zitten we nu met een behoorlijke achterstand op het vlak van sociale woningen.
Uit een woonbehoeftestudie blijkt nu dat het woonuitbreidingsgebied aan de Weidestraat als enige geschikt is om een sociale woningen-project te ontwikkelen. Wij vinden dat een goed idee en daar hebben we nooit een geheim van gemaakt. Er is inderdaad een behoefte aan betaalbaar wonen in Ranst en dat zegt bijna iedereen. Daarom hebben wij als bestuur het initiatief genomen een sociale huisvestingsmaatschappij te laten onderzoeken of dat daar kan, maar wel onder strikte voorwaarden:
• Een groot deel, bij voorkeur 50% van de totale oppervlakte (ongeveer 4 hectare), moet worden ingevuld met een speelplek en een publiek toegankelijke groene ruimte met behoud van de bestaande waardevolle landschapselementen.
• Bovendien moet het project klimaatneutraal zijn en voldoen aan strenge voorwaarden op het gebied van waterhuishouding, verharding, groeninvulling en energie.
• Uiteraard zal de ontwikkelaar ook veel aandacht moeten besteden aan de mogelijke mobiliteitsimpact.
• Intens overleg met de buurt
De gemeente zal het project zeer nauwgezet opvolgen en alle mogelijke stappen ondernemen om vooral bewoners van Ranst de kans te geven een betaalbare woning te kopen.